122 21 April 1900. de plannen voor een nieuw gebouw voor die school verwe zenlijkt zijn, te bevorderen dat bedoeld subsidie wordt ge bracht op f 9500, Aangezien aan de eventueele toekenning van verhooging van het subsidie, de voorwaarden zullen verbonden zijn dat, voor zoover de plaatsruimte op de hoogere burgerschool dit toelaat lo. onvermogende jongelieden, die door buitengewonen ijver uitmunten en van goed gedrag zijn, zonder be taling van schoolgeld worden toegelaten met, zoo noo- dig, kostelooze verstrekking van boeken en leermid delen en 2°. ook meisjes worden toegelaten wensclit de betrokken minister te vernemen, of deze voor waarden door den raad worden aanvaard. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders, om de zaak te bespoedigen, bereids het advies hebben inge wonnen van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs alhier, welke commissie als hare meening heeft doen kennen, dat het alleszins wenschelijk is, aan de beide door den Minister gestelde voorwaarden te voldoen, onder opmerking tevens, dat het haar billijk zoude voorkomen, met het oog op de te bouwen hoogere burgerschool en de verhoo ging van bezoldiging der leeraren, in verband met de meer dere lesuren, dat het rijkssubsidie werd verhoogd tot een mi nimum van f 10000, De heer IngenIIousz wensclit te vernemen, wie beslissen zal over de vraag, of onvermogende jongelieden door buiten gewonen ijver uitmunten en van goed gedrag zijn. De voorzitter antwoordt hierop, dat ieder leerling een toelatingsexamen moet doen. Omtrent den ijver der leer lingen zal het best door het hoofd der school kunnen wor den beslist.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 122