128 21 April 1900. „schappelijk gebruik der rails alsdan noodzakelijk:, tenzij „men het rijtuig- en wagenverkeer en de industriëelen, door „het leggen van dubbel spoor, beteekenende bezwaren in den „weg wil leggen, en dit zal wel nimmer Uwe bedoeling zijn. „Wordt de laatste door den heer De Brxjijne geprojec- teerde richting toegestaan dan zal ook het gemeenschappe lijk gebruik der rails zich uitstrekken op de lijnen van de „Zuid-Nederlandsche-tramweg-maatschappij in de Visch- „marktstraat, op de Hoogebrug en waarschijnlijk ook op de „Trambrug. „Bij de dienstregeling zal derhalve met drie tramweg- maatschappijen en met het openen en sluiten van drie be weegbare bruggen, rekening gehouden moeten worden. „Het laatste, vooral het passeeren over de beweegbare „bruggen, in verband met het doorlaten der vaartuigen, zal „ongetwijfeld nu en dan tot moeielijklieden aanleiding ge- „ven, omdat daarbij reeds nu zoovele omstandigheden in het „oog gehouden moeten worden. „Wenscht Uwe vergadering aan den heer E. de Bruijne „te Ginneken concessie te verleenen, volgens de route in zijn „adres d.d. 4 April 1900 omschreven, dan geven wij U in over weging, even als die voor het gedeelte BoulevardVan „Coothplein, onder nader vast te stellen voorwaarden, slechts „te verleenen tot 31 December 1913, zijnde het tijdstip waar- „op de concessie aan de Ginnekensche tramweg-maatschappij „ten einde loopt, en dat hij zich, binnen twee maanden, na- „dat het raadsbesluit ter zijner kennis is gebracht, schriftelijk „behoort te verklaren of hij de concessie al of niet, onder na- „der vast te stellen voorwaarden aanneemt." De voorzitter stelt deze zaak, voor zoover de behan deling daarvan in do vergadering van 2'4 Maart 1900 is aan gehouden, thans opnieuw aan de orde. De heer Staal vraagt, of bij eventueele inwilliging van het verzoek, de concessionarissen den dienst onderling moe ten regelen, dan wel of de gemeente daarmede gemoeid is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 128