130 21 April 1900. straten acht spreker het leggen van twee tramlijnen naast elkander, in het belang van dat verkeer, geheel onuitvoer baar. Het leggen der tramlijn in de Karrestraat en de Toren straat moge technisch uitvoerbaar zijn, doch daarbij gelden ernstige bezwaren voor het verkeer, vooral op Vrijdagen, wanneer de voerlieden uit omliggende plaatsen, die aldaar hunne wagens geplaatst hebben, vrachten moeten lossen en innemen. Daarbij komt nog, dat de tramlijn in de Toren straat eene bocht zal moeten vormen, zoodat verschillende personen in de uitoefening van hun bedrijf zeer bemoeielijkt zullen worden. Om een enkel voorbeeld te noemen, wil spre ker hierbij slechts wijzen op het stationneeren van rijtuigen door den stalhouder Van den Brink. Nog dient in aanmerking genomen te worden, dat de tram op haar weg verder drie kort bij elkander gelegen draaibrug gen moet passeeren. Tot dusverre had men slechts rekening te houden met de belangen der scheepvaart en de kerkgan gers en niet dan na zeer veel moeite, zijn burgemeester en wethouders erin kunnen slagen eene regeling te treffen, die beide partijen bevredigt. Een nieuwe tramdienst zal eene goede regeling hoogst moeielijk maken. Op grond derhalve dat de technische bezwaren van dien aard zijn, dat zij tot velerlei conflicten en moeielijkhcdeu aan leiding zullen geven, en dat eenig gemeentebelang bij de zaak niet betrokken is, verklaart spreker te zullen, stemmen tegen het verleenen der gevraagde concessie. De heer Teychiné onderschrijft de argumenten van den vorigen spreker niet, omdat zij, naar zijne meening, niet steekhoudend zijn. Het medegebruik van rails kan hier, zoo min als in vele andere steden, waar daaromtrent verschillen de voorbeelden bestaan, eenig bezwaar opleveren. Ook kan spreker niet inzien, dat de stalhouder Van den Brink eeni- gen hinder zal ondervinden, omdat dan hetzelfde zou gelden voor den stalhouder Bolderdijk aan de Veemarkt. Bezwa ren van verkeer op de Havermarkt kunnen er evenmin be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 130