19 Mei 1900. 159 eerste is blijkbaar niet eens in den geest van den voorsteller, waar hij zich heeft doen kennen als een tegenstander van het medegebruik eencr geheele lijn door een concurrent. Spreker geeft derhalve in overweging de zaak aan te hou den en beide voorstellen te verzenden naar burgemeester en wethouders om prae-advies. De voorzitter zegt, dat dit punt bij burgemeester en wethouders reeds ampel is behandeld en art. 26 door hen wordt voorgesteld conform aan dat, voorkomende in de con cessie-voorwaarden van de Grinnekensche tramwegmaatschap- Pij- De heer Veeschraage wenscht aan de voorwaarden nog toe te voegen een nieuw artikel 32, de strekking hebbende, om de gemeente te vrijwaren tegen alle kosten, die door ver schil van opvatting der beide maatschappijen zouden kunnen ontstaan en waarin de gemeente betrokken zou kunnen wor den. De voorzitter geeft den heer Veeschraage in over weging dit voorstel schriftelijk in te dienen, ten einde dit in eene volgende vergadering in behandeling te kunnen nemen. In verband hiermede stelt spreker voor de verdere behande ling der concessie-voorwaarden eveneens aan te houden tot eene volgende vergadering. Dienovereenkomstig wordt besloten. 13. Schrijven van de commissie voor de strafverordenin gen, daarbij, in verband met de gewichtsbepaling van maten boter en onderdeelen daarvan, te koop gesteld wordende in de boterhal, voorstellende aan artikel 189 der algemeene politie-verordcning toe te voegen eene vijfde zinsnede, lui dende „De zoogenaamde maten boter, welke op de botermarkt „worden aangebracht, moeten een gewicht hebben van 6,2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 159