13 Januari 19ÖÖ.
15
zoodat de eisch van 4 M. overdreven is te achten. Intusschen
zal spreker het voorstel van burgemeester en wethouders steu
nen, omdat hem gebleken is, dat eene hoogte van 3,5 M. niet
voldoende is.
Doch er is nog eene andere reden, welke spreker noopt om
met het voorstel van burgemeester en wethouders mede te
gaan. De Zandpoort is een zoogenaamde buurweg; uitsluitend
dienende tot uitweg voor de bewoners. Ware die weg niet in
O O
beheer bij de gemeente, dan zou de heer Simons de overbrug
ging niet anders kunnen tot stand brengen dan met toestem
ming van de rechthebbenden of desnoods met inmenging van
de rechterlijke macht en waarbij met de verschillende bezwa
ren ongetwijfeld eveneens rekening zou worden gehouden.
Overigens betoogt spreker, dat hem van vertrouwbare zijde
verzekerd is, dat het voor gebroeders Simons niet absoluut on
mogelijk is, zij het dan ook met eenige opoffering, om de over
brugging op de door burgemeester en wethouders aangegeven
hoogte tot stand te brengen.
De heer Rombouts wenscht, naar aanleiding van het ge
sprokene door den heer Lijdsman, erop te wijzen, dat de aan
gegeven hoogtemaat van de bewuste hooikar op het terrein
der gemeente-reiniging niet foutief isdie maat is zeer juist
opgenomen. Alleen was het hooi niet door eene plank of een
balk in elkander gedrukt en dit is dan ook de reden geweest,
waarom burgemeester en wethouders de hoogte iets minder
gesteld hebben.
De heer Witsenborg drukt zijne verwondering uit over de
ëonslusie van den heer JBloemarts. Spreker dacht, dat als lo
gisch gevolg van zijn betoog, door dien spreker zou zijn voor
gesteld om de hoogte op 3,55 M. te bepalen.
De heer Sassen meent, dat het moeielijk is om eene juiste
maat aan te geven. Eene hoogte van 4 M. zou gelijk staan
met eene weigering. Spreker vraagt, of er niet een middenweg