19 Mei 19Ó0. 1G1 van den raad vroeger in de gelegenheid werden gesteld, om van de kohieren inzage te nemen. De heer Heijlaerts brengt in het midden, dat het kohier vroeger eenmaal is gedrukt geworden, doch dat daarvan is afgezien met het oog op de groote kosten. De heer Reigersman vraagt hoe hoog die kosten loopen. De voorzitter antwoordt hierop, dat hij dit niet met zekerheid kan mededeelen, doch meent, dat die kosten on geveer f 100,bedragen. De heer Rombotjts zegt, dat hij de vraag, zooals die het vorig jaar door den heer Nelissen werd gedaan, meer be schouwd heeft als een wensch, om de leden op gemakkelijke wijze in de gelegenheid te stellen van de kohieren inzage te nemen. Openbaarmaking daarvan acht spreker niet ge- wenscht, zoolang de kohieren der vermogens- en bedrijfsbe lasting niet ter beschikking van de gemeentebesturen wor den gesteld. De heer IngenHousz vraagt, of beide partijen niet bevre digd zouden kunnen worden door te bepalen, dat het kohier van den hoofdelijken omslag tot aan de eerstvolgende verga dering dagelijks voor de leden in de leeskamer ter inzage werd nedergelegd. Spreker doet daartoe het voorstel. De heer Witsenborg zegt, dat het in zijne bedoeling ligt, het kohier, wanneer dit gedrukt is, ook voor het publiek ver krijgbaar te stellen, om op die wijze medewerking te ver krijgen van het publiek. De aanslagen van den minderen man en van hen, die een vast salaris hebben, zijn over 't al gemeen zeer juist, doch bij cle regeling der aanslagen van de meergegoeden tast men vaak in den blinde. O O Het voorstel van den heer Witsenborg, om het kohier te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 161