ONTWERP. 9 Juni 1900. Tegenwoordig de heeren H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, B. C. VAN DONGEN, J. J. L. TEYCHINÉ, mr. W. INGENHOUSZ. W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. P. SCHELTUS, F. J. M. HEIJLAERTS, W. J. SLECHTRIEM, L. A. M. VAN MIERLO, L. J. STAAL, A. J. REES, mr. P. BLOEMARTS en E. H. A. GUL JÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren J. H. WITSENBORG, jhr. mr. A. REIGERSMAN, mr. M. P. M. VAN DAM en A. J. A. VERSCHRAAGE. De voorzitter opent de vergadering en doet mede- deeling van ingekomen berichten van de heeren jhr. mr. Rei gersman en mr. Van Dam, dat zij verhinderd zijn deze zitting- bij te wonen. De voorzitter zegt, dat de notulen van het verhan delde in'de vergadering van 19 Mei 1900, overeenkomstig het bepaalde bij artikel S van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eeni- go bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 165