168 9 Juni 1900. lieer IngenHousz, terwijl één briefje in blanco is ingeleverd. Zoodat de heer mr. W. IngenHousz voornoemd opnieuw benoemd is tot lid van het burgerlijk arm bestuur in deze gemeente en zulks voor den gewo nen tijd van zitting. De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het door hen als zoodanig verrichte. 6. Schrijven van het burgerlijk armbestuur alhier, d.d. 25 Mei 1900, n". 33, daarbij ter goedkeuring inzendende de rekening en verantwoording van bedoelde instelling over het dienstjaar 1899, vergezeld van de daarbij behoorende bewijs stukken. Nadat op voorstel des voorzitters besloten is deze rekening, evenals vorige jaren, ter fine van onderzoek te stellen in handen ©ener commissie van drie leden en de raad zijn verlangen heeft te ken nen gegeven, dat de voorzitter deze commis sieleden zal aanwijzen, worden door licm als zooda nig benoemd de heeren Heijlaerts, Rees en Van Dongen. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders met betrek king tot de regeling van het onderwijs aan de hoogere bur gerschool en de regeling van het onderwijs aan de hoogere burgerschool en de burgeravondschool alhier, in verband met de splitsing van de eerste en tweede klasse, luidende dit voor stel als volgt „Bij ons is ingekomen een voorstel van de commissie van „toezicht op het middelbaar onderwijs, vergezeld van eeir „toelichtend schrijven van den heer directeur der hoogere „burgerschool en burgeravondschool in deze gemeente, strek- kende, om, in verband met de splitsing van de eerste en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 168