170
9 Juni 1900.
„U in overweging te geven dienovereenkomstig te besluiten
„en hoofdstuk VI, afd. I, art. 16, der begrooting van uitgaven
„voor het loopend dienstjaar, te verhoogen met f 1383,33, te
„ontkenen aan hoofdstuk VIII, art. 1 (onvoorziene uitga
ven).
„Deze verhooging is gebaseerd op de volgende berekenin
gen:
„voor een leeraar in wiskunde en lijnteekenen A van
„f 2000,f 666,66b
„voor leeraren in de Fransche en Hoogduit-
„schc talen ,42 van f 2000,666,665
„verhooging der wedde van den heer Kanne-
„mans ,42- van f 150,—)50,
„f 1383,33.
„Het bedrag voor den heer Plasman, onderwijzer aan de
„burgeravondschool, en dat voor overuren van den heer
„Klein Swoemink is reeds op de begroot ing uitgetrokken.
„Het voorstel van de commissie van toezicht cn het schrij-
„ven van den heer directeur der lioogere burgerschool en bur
geravondschool worden hierbij overgelegd."
De voorzitter vraagt of de raad zich met dit voorstel
kan vereienigen.
Niemand daartegen eenige bedenking te kennen
gevende, wordt dienovereenkomstig besloten en
wordt, in verband .daarmede hoofdstuk VI, afdee-
ling I, art. 16 der begrooting van uitgaven voor het
loopende dienstjaar (kosten van het middelbaar on
derwijs), verhoogd met f 1383,33, te ontkenen aan
hoofdstuk VIII, art. 1 (onvoorziene uitgaven).
8. Rapport van de commissie van bestuur van het pen
sioenfonds voor gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en
weezen te Breda, in zake de aanvrage om pensioen van A.