9 Juni 1900. 171 Peeters, eervol ontslagen agent van politie der 2<le klasse, luidende dit rapport als volgt „Naar aanleiding van de ontvangen opdracht van burge- meester en wethouders, om uwen raad te willen dienen van „bericht en advies op het verzoek om pensioen van den eer vol ontslagen agent van politie der 2de klasse A. Peeters, „hebben wij de eer U, onder terugzending der stukken, het „volgende mede te deelen „Adressant is toegetreden tot de nieuwe pensioenverorde- „ning en zijne aanvrage behoort alzoo te worden beoordeeld „naar de bepalingen van de verordening tot regeling van de „pensioenen der gemeente-ambtenaren en hunne weduwen „en weezen, vastgesteld den 7den Maart 1896. „Volgens de overgelegde verklaring, afgegeven door de „heeren dr. Hofman en Bossers, is de adressant, wegens een „lichaamsgebrek, ongeschikt om zijne betrekking langer waar „to nemen, welk lichaamsgebrek een- gevolg is van verwon dingen, die hij bij gevaarlijke arrestatiën heeft bekomen. „Op grond van art. 5 lett. b der verordening heeft hij dus „recht op invaliditeitspensioen en wel naar de berekening „volgens art. 10 lett. c. „Aangezien hij minder dan 15 dienstjaren telt, behoort „het bedrag bepaald te worden op de helft der middelsom bij „art. 13 bedoeld. Volgens de mede overgelegde verklaring „bedroeg de bezoldiging, door adressant gedurende de laatste „60 maanden genoten, een totaal van f 2934-, 165, waarvan „de middelsom bedraagt f 586,835. „Wij hebben alzoo de eer uwen raad voor te stellen aan „den adressant A. Peeters, op grond van de artikelen 56, „10c, 13 en 15 der pensioenverordening, een inval iditedspen- „s»en toe te kennen, met ingang van 1 Mei 1900, van „f 294,'s jaars, zijnde de helft van de voornoemde middel- „som." De voorzitter stelt voor om, overeenkomstig de con-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 171