13 Januari 1900. 17 De lieer Reigersman zegt, dat hij met veel genoegen van de motie heeft kennis genomen en gelooft, dat deze over het al gemeen bij de leden wel geen bezwaar zal ontmoeten. Alleen bestaat bij spreker het bezwaar tegen de bepaling, dat de leerlingen eerst bij hunne meerderjarigheid over de toegekende premiën zullen kunnen beschikken. Wanneer men de bedoe ling van den erflater nagaat, dat hij de leerlingen in staat heeft willen stellen, iets te koopen, wat hen bij het verlaten der school of bij de keuze van een beroep, van nut zou kunnen zijn, zooals voor jongens het aankoopen van gereedschappen en voor meisjes, die in dienstbetrekking gaan, het koopen van een uitzet, dan komt het spreker voor, dat het tijdstip van meerderjarigheid voor velen een groot bezwaar is. Spreker wenscht derhalve den voorsteller in overweging te geven zijne motie in dien zin te wijzigen, dat de leerlingen over het bedrag zullen kunnen beschikken, als zij den achttienjarigen leeftijd bereikt hebben, omdat deze leeftijd over het algemeen als maatstaf voor eene beroepskeuze kan worden aangenomen. De heer Witsenborg antwoordt hierop, dat de opmerking van den vorigen spreker hem niet ongegrond voorkomt, zoo dat hij gaarne bereid is aan diens verzoek gevolg te geven. Spreker wijzigt derhalve de motie in dien zin, dat aan het slot in plaats van „zijne meerderjarigheid zal hebben bereikt" moet gelezen worden „zijn negentiende jaar zal zijn ingetreden." De heer Staal zegt, dat hij zich niet met de motie kan ver eenigen. Zoolang de uitkeering bestaat, is telkens met lof ge sproken over den toenemenden ijver van de leerlingen en de belangstelling der ouders. Het gaat thans goedwaarom zou men er dan verandering in brengen vraagt spreker. Doch er bestaat bij spreker nog een ander bezwaar. Wanneer de kin deren eene premie hebben verdiend, hebben zij dit voor een goed deel te danken aan de zorg en de toewijding hunner ouders en de vrees'is niet ongegrond, dat, bij aanneming der motie, er ouders zullen zijn, die zich minder zullen gaan bekommeren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 17