196 24 Juli 1900. tweede candidaten worden opgegeven dezelfde personen, die in 1896 als zoodanig zijn aanbevolen geworden. Niemand der leden stemming verlangende, wordt, besloten de aan de beurt van aftreding zijnde leden van het college van zetters, de heeren Jos. J. M. van Pelt, J. M. Rosman en H. A. Sassen, als eerste can didaten opnieuw ter benoeming aan te bevelen en als tweede candidaten op te geven de heeren E. A. van Wees, C. L. Drossaers en A. J. Meeuwesen. 5. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 13 Juli 1900, n°. 1053, inhoudende een voorstel tot tijdelijke verplaatsing van het brandspuithuis in kring II, luidende als volgt „Door het college van brandmeesters wordt onze aandacht „erop gevestigd, dat, met het oog op eventueele branden m „het zuidelijk gedeelte der stad, de tegenwoordige ligging „van het brandspuithuis van kring II aan de Oude Vest zeer „ondoelmatig is, terwijl bovendien de temperatuur in het „spuithuis, ten gevolge van een aangrenzenden bakkersoven, „zoo groot is, dat deze nadeelig werkt op het materieel. „In verband met een desbetreffend voorstel van gemeld „college hebben wij de eer U mitsdien in overweging te ge- „ven het brandspuithuis aan de Oude Vest op te heffen en „dit tijdelijk te verplaatsen naar het gemeente-erf aan de „Karnemelkstraat, in afwachting van nadere voorstellen, „waartoe eene eventueele uitbreiding der gemeente zou kun- „nen aanleiding geven. „Tevens verzoeken wij U ons te willen machtigen de door „die verplaatsing noodzakelijke uitgaven, geraamd op hoog stens f 100,te ontleenen aan den post voor onvoorziene „uitgaven voor het loopende dienstjaar." De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 196