25 Augustus 1900. 209 8. Namens burgemeester en wethouders wordt door den voorzitter ter voorloopige vaststelling aangeboden de rekening dezer gemeente over liet dienstjaar 1899, met bij lagen, bedragende zoodat de rekening sluit met een batig slot van f 22989,085 De voorzitter verzoekt den raad eene commissie van drie leden uit zijn midden te willen benoemen tot onderzoek van gemelde rekening. Nadat de raad zijn verlangen had te kennen ge geven, dat de voorzitter die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig be noemd de heeren mr. Bloemarts, Slechtriem en Lijdsman. 9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 17 Augustus 1900, no. 1187, daarbij den raad aanbiedende het ontwerp van begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven dezer gemeente voor het dienstjaar 1901, vergezeld van de noodige toelichtingen en bescheiden. De voorzitter stelt voor, dat, evenals vorige jaren, de stukken worden gedrukt en de raad zich verdeele in drie afdeelingen tot onderzoek dier begrooting. Daartoe besloten zijnde, wordt door ieder lid een nummer getrokken, waarna blijkt, dat de afdeelin gen zullen zijn samengesteld als volgt: Eerste afdeeling uit de heeren J. A. J. W. van Hal, F. J. M. Heijlaerts, B. C. van Dongen, J. Lijdsman, mr. W IngenHousz, E. H. A. Guljé, voorzitter. de ontvangsten de uitgaven f 535987,17 512998,085

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 209