20
13 Januari 1900.
spaarbank alle zekerheid biedt, dat de gelden niet in verkeer
de handen zullen komen.
De heer Witsenboeg zegt, dat de inhoud zijner motie zich
geheel aansluit bij de bepalingen, welke dienaangaande bij de
rijkspostspaarbank gelden. Spreker heeft zich daaromtrent
vooraf geïnformeerd en voegt er nog aan toe, dat bij de rijks
postspaarbank ook de rente niet vervreemd kan worden voor
den aangegeven leeftijd. Spreker wil derhalve volgaarne aan
zijne motie nog de bepaling toevoegen, dat de premiën zullen
worden belegd bij de rijkspostspaarbank.
Met inachtneming van de hiervoor omschreven wijzigingen
wordt bedoelde motie alsnu in stemming gebracht en aangeno
men met 14 tegen 1 stemmen.
Vóór stemden de lieeren Sassen, Lijdsman, Van Dongen,
Reigersman, Veescheaage, IngenHousz, Rombouts, Van
Hal, Heijlaeets, Witsenboeg, Bloemaets, Slechtriem, Rees
en de voorzitter.
Tegen was de heer Staal.
15. Proces-verbaal van de op 12 Januari 1.1. gedane kas-
opneming bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat de
boeken regelmatig zijn bijgehouden en liet onderzoek der re
gisters en bescheiden tot geene opmerkingen heeft aanleiding
gegeven, terwijl de ontvangsten over het dienstjaar 1899, be
nevens liet restant van het batig slot over 1898, nog niet op
de begrooting gebracht, bedragen f 516779,155 en de uitgaven
f 417397,265, zoodat derhalve in kas moest zijn een bedrag
van f 99381,89. Ten kantore van den ontvanger is aanwezig
bevonden de som van f 35827,14, welke som, met het saldo bij
de Amsterdamsche bank ter betaling van coupons en uitge
lote obligatiën, ten bedrage van f 63554,75, overeenstemt met
het hiervoor genoemde voordeelig saldo.