210
25 Augustus 1900.
Tweede afdeeling uit de heeren
jlir. mr. A. Reigersman,
L. A. M. van Mierlo,
A. J. A. Verschraage,
L. J. Staal,
J. H. wltsenborg,
A. P. Scheltus, voorzitter.
Derde afdeeling uit de heeren
mr. M. P. M. van Dam,
A. J. Rees,
mr. P. M. J. E. Bloemarts,
W. J. Slechtriem,
J. J. L. Teychiné,
H. A. Sassen,
W. Gl. H. Rombouts, voorzitter.
10. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier,
d.d. 2 Augustus 1900, n°. 1140, op het adres van de heeren
N. J. Beversen en jhr. J. van Heurn te 's-Gravenhage, be
trekkelijk den aanleg van eene tram naar Chaam en het ge
bruik, ook van stoomtractie, op den geprojecteerd-en tram
weg naar Tilburg, luidende gemeld prae-advies als volgt:
„Om prae-advies stelde uwe vergadering, bij besluit van
„7 Juli 1.1., A, n<>. 10, in onze handen een adres van de
„heeren N. J. Beversen en jhr. J. van Heurn te 's-Graven-
„hage, verzoekende hun concessie te willen verleenen, voor
„zooverre het gedeelte keiweg betreft tusschen Girmeken en
„Chaam, dat mede bij de gemeente Breda in onderhoud is,
„voor den aanleg en de exploitatie van een stoomtramweg
„van smal spoor (1,06 M. spoorwijdte) van het station van
„den staatsspoorweg te Breda, over Girmeken tot Chaam,
„waarom de route is bepaald, zooals in hoofdtrekken op de
„bij het adres gevoegde kaart is aangegeven e-n in verband
„hiermede wenschen adressanten dat hun wordt toegestaan
„op den door hen geprojecteerden electrischen tramweg
„BredaGinnekenTilburg, voor zooverre die tram in de
