212 25 Augustus 1900. „gebruiken, als vormende een deel der ontworpen route van „den stoomtramweg BredaGhaam, zooals op de kaart is „aangegeven. „Tramverbindingen met andere gemeenten kunnen o.i. in „het belang van de neringdoenden in deze1 gemeente worden „geacht en uit dat oogpunt beschouwd is het wenschelijk „elke aanvrage, zoo eenigszins mogelijk, in te willigen, al zijn „daaraan dan ook eigenaardige moeielijkheden verbonden. „Nu is de concessie voor den electrischen tramweg, onder „nader vast te stellen voorwaarden, verleend van af het sta- „tion Breda door de Frederikstraat, langs den Delpratsingel, „den Oranjesingel enz. en ook over dit gedeelte wordt stoom- „tractie gevraagd. „Zooals U bekend, was toen nog hangende de uitvoering „der concessie voor eene gastram van af het Stationsplein, over „den Stationsweg, en over den staatsspoorweg naar Terheij- ,,den, verleend aan nu wijlen den heer J. Hoffman, bij be- „sluit van 7 Mei 1898 en bij raadsbesluit van 3 Februari 1900 „verlengd tot 27 Juli 1900. Deze concessie is alzoo nu verval- „len, als zijnde daaraan geen uitvoering gegeven. „Voor het geval de c oil c ess i e-Ho f f m an reeds vervallen was „geweest op het tijdstip, dat de concessie-aanvrage voor den „electrischen tramweg werd behandeld, zoude het wenschelijk „geweest zijn dien tramweg, in plaats van door de Frederik straat en over den Delpratsingel, te ontwerpen van af het „Stationsplein, volgende den Stationsweg ten zuiden van het „hoofdspoor van de Zuiderstoomtramwegmaatschappij en de „Terheijdenstraat aan de westzijde van laatstgenoemd hoofd spoor en verder over den Oranjesingel naar den Wilhelmina- „singel enz. „Als gevolg hiervan vervalt de lijn door de Frederikstraat „en langs den Delpratsingel, terwijl eene betere verbinding „met het stationsemplacement verkregen wordt. „Wij hebben daarom de eer in overweging te geven a. „aan de heeren N. J. Beversen en jhr. J. van Heurn „te s-Gravenhage, te berichten, dat de raad bereid ia „mede te werken tot het verleenen der concessie voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 212