ONTWERP. 15 September 1900. Tegenwoordig de heeren B. C. VAN DONGEN, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCIIINÉ W. G. H. ROM- BOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. P. SCHELTUS, mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. BLOEM ARTS, W. J. SLECHTRIEM. L. A. M. VAN MIERLO, A. J. REES, mr. W. INGENHOUSZ en E. H. A. GULJE, burgemeester voorzitter. Afwezig de heeren H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, A. J. A. VERSCHRAAGE, F. J. M. HEIJLAERTS, L. J. STAAL en J. H. WITSENBORG. De voorzitter, de vergadering geopend hebbende, deelt mede, dat is ingekomen een schrijven van den heer J. Lijdsman, berichtende, dat hij wegens uitstedigheid verhin derd is de zitting van heden bij te wenen. De voorzitter zegt, da,t de notulen van het verhan delde in de vergadering van 25 Augustus 1900, overeenkom stig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben ge legen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te bren gen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 219