13 Januari 1900. 21 ----TT —Tffi-, De voorzitter stelt voor dit proces-verbaal voor ken nisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wor.dt. 16. Rapport van de commissie voor de ambachtsschool op het adres van het bestuur van den R. K. Volksbond te Breda, verzoekende maatregelen te nemen, dat het werken op bestel ling aan de ambachtsschool ophoude. Het adres met gemeld rapport zijn van den volgenden in houd „Geven met gepasten eerbied te kennen „1. W. C. Mentink, wonende te Breda, en „2. H. D. L. Figelet, wonende te Breda, „de eerste als eerste voorzitter, de tweede als eerste secre taris van den Roomsch-Katholieken Volksbond te Breda (er- „kend bij koninklijk besluit van 15 Mei 1897 no. 100) en als „zoodanig krachtens art. 5 der statuten dien bond vertegen woordigende, dat het werken op bestelling aan de ambachts school te Breda nadeel toebrengt a. „aan de werkbazen en aan de werklieden te Breda, en 5. „aan het onderwijs, dat aan de ambachtsschool wordt „gegeven. ad a. „Ten bewijze der stelling, dat het werken op beste1 - „ling aan de ambachtsschool te Breda nadeel toe brengt aan de werklieden te Breda is geen lang be- „toog noodig. A. „Het werk dat nu aan de ambachtsschool, niet door werklieden, maar door leerlingen, met medewerking „hunner leermeesters wordt vervaardigd, zou anders zoo „niet geheel, dan toch zeker voor het grootste gedeelte „vervaardigd zijn door Bredasche werklieden. Minder „werk en dus minder verdiensten, voor enkelen mis schien geen werk en dus geen verdiensten, dat is het „nadeelig gevolg voor de Bredasche werklieden van het „werken op bestelling aan de ambachtsschool te Breda. „Is het bedrag der verdiensten, die aldus door de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 21