230 15 September 1900. Amsterdam bij de Amsterdamsche bank, of op zoo danige andere kantoren aldaar, als burgemeester en „wethouders daartoe mochten aanwijzen. 5°. „Het bedrag van rente en aflossing wordt jaarlijks op „de begrooting der gemeente in uitgaaf gebracht, tot „dekking waarvan worden aangewezen de belastingen „en de inkomsten van de bezittingen der gemeente. 6°. „De coupons, dio binnen 5 jaar na den verschijndag „niet ter betaling zijn aangeboden, vervallen ten „voordeele der gemeente Breda." Memorie van toelichting. „Tot dekking der kosten van den bouw van een gymna- „sium, eene hoogere burgerschool, eene twaalfklassige school „voor lager onderwijs, de inrichting van bedoelde schoolge bouwen, alsmede ter bestrijding der kosten van openbare „werken, zooals die zijn gespecificeerd in de goedgekeurde ge- „meente-begrooting, dienst 1900, is het noodzakelijk, dat van „gemeentewege eene geldleening wordt aangegaan tot een „nominaal bedrag van f 140000, „Tot het sluiten dier leening hebben burgemeester en wet houders, daartoe door den raad gemachtigd, zich in verbin ding gesteld met het bestuur der rijkspostspaarbank te Am- sterdam, welk bestuur zich bereid verklaard heeft eene lee- „ningsovereenkomst met deze gemeente aan te gaan tot het „hiervoor genoemdei bedrag, tegen eene jaarlijksche rente „van 4 en tegen den koers van 99 ten honderd. „Met het oog op den tegenwoordigen rentestandaard komt „den raad dit aanbod zeer aannemelijk voor en is het dan ook „niet te verwachten, dat van eene openbare inschrijving be- „tere resultaten zouden verkregen worden. Hierbij dient ook „niet uit het oog te worden verloren, dat bij eene openbare .inschrijving de gegadigden in den regel uil sluitend uit kas siers bestaan, aan wie dan nog provisie van de toegewe zen inschrijvingssommen moet worden uitgekeerd. „Zooals hiervoor is omschreven, werdt de leening aangc-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 230