13 Januaki 1900.
23
,smid te Bredaom prijsopgaaf gevraagd, vroeg ervoor
,iets meer dan f 1000,De levering werd hem niet
gegund, want de ambachtsschool deed het voor
,f 700,-.
,,Het werken op bestelling aan de ambachtsschool
,te Breda is in ieder geval reeds daarom afkeurens
waardig, omdat daardoor Bredasche werklieden be-
,roofd van werk en dus van verdiensten, is geheel on
verdedigbaar nu op bestelling wordt gewerkt beneden
,de markt, omdat daardoor de berooving van werk en
,dus van verdiensten onvermijdelijk groote verhoudin-
,gen aanneemt.
„Ten bewijze dat ook werkbazen nadeel hebben door
,het werken op bestelling aan de ambachtsschool die-
,ne het volgende
„Indien een particulier aan de ambachtsschool iets
,ter vervaardiging opdraagt, wordt de bestelling opge
schreven ten name van den werkbaas, bij wien de
particulier gewoon is te laten werken, want, zoo heet
,het, de ambachtsschool werkt niet voor particulieren.
,Het werk is klaar en wordt aan den particulier afgele
verd. De heer directeur van de ambachtsschool zendt
,dan zijne dienstbode of iemand anders naar den werk-
.baas, op wiens naam de bestelling is opgeschreven,
,met een zekere geldsom als aandeel yan dien werkbaas
,in de winst. De werkbaas, die van niets afwist, wei-
,gert het bedrag, daar hij op die wijze niet wil verdie-
,nen. Werkte de ambachtsschool niet op bestelling,
,dan had de particulier de bestelling gedaan dadelijk
,aan den werkbaas en deze had iets verdiend, terwijl
,hij nu niets verdient. Zoo brengt het werken op be-
.stelling aan de ambachtsschool ook nadeel toe aan die
werkbazen die niet als verdienste willen aannemen
,geld waarvoor zij niets gedaan hebben. Een geval als
zooeven geschetst heeft zich o. a. voorgedaan met een