13 October 1900. 243 „voering van het werk, waaruit logisch volgt dat hij vrij moet „zijn in de keuze zijner werklieden. Door hem in die vrijheid „te beperken, zoude gehandeld worden tegen het algemeen „belang. „Eindelijk wenschen wij den raad, als onze meening, mede „te deelen dat er onzerzijds geen bezwaar bestaat dat de be- „ambte Kijm, in zijn vrije, hem dus geheel ter beschikking „staande uren, werkzaamheden verricht. Integendeel, wij „prijzen het dat een gemeente-beambte en trouwens ieder „ander in zijnen vrijen tijd werkzaam is, ten bate van zich „en de zijnen. „Ten slotte hebben wij, op grond van het bovenstaande, „de eer TT voor te stellen aan de verzoekende vereeniging, als „antwoord op het laatste gedeelte van haar verzoekschrift, te „kennen te geven dat op de belangen der Ure- „sche werklieden steeds is en ook in den „vervolge zal worden gel et." De voorzitter geeft in overweging om overeenkomstig dit prae-advies te besluiten. Waartoe zonder bedenking besloten wordt. 7. Prae-advies van de plaatselijke schoolcommissie op het adres van de onderwijzers en onderwijzeressen aan de open bare scholen voor lager onderwijs in deze gemeente, verzoe kende hunne bezoldiging te regelen naar het aantal dienst jaren, bij welk prae-advies gevoegd zijn een ontwerp tot wij ziging der verordening, regelende de jaarwedden der onder wijzers en onderwijzeressen aan de openbare scholen voor la ger onderwijs in de gemeente Breda, alsmede een schrijven van burgemeester en wethouders, waarin wordt te kennen gegeven, dat dit college zich met de voorgestelde wijziging der bestaande verordening kan vereenigen. Bovenbedoeld prae-advies en de ontwerp-verordening zijn van den volgenden inhoud

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 243