246
13 October 1900.
„Concept-verordening tot wijziging der verorde-
„ning regelende de jaarwedden der onderwijzers
„en onderwijzeressen aan de openbare scholen
„voor lager onderwijs in de gemeente Breda
„vastgesteld den 29. October 1892 en gewijzigd
„bij raadsbesluit van den 6. Februari 1897.
„Art 2 wordt gelezen als volgt
Op alle scholen wordt zooveel mogelijk een plaats
vervanger van het hoofd der school telkens voor den tijd
„van drie jaren aangewezen te kiezen uit de onderwij
zers met hoofdakte.
„De aanwijzing geschiedt door burgemeester en wet
houders, gehoord het hoofd der school, den arrondisse-
„ments schoolopziener en de commissie van toezicht op
„het lager onderwijs.
„Art. 3 wordt gelezen als volgt
„De jaarwedde der onderwijzers en onderwijzeressen
„bedraagt als minimum f 500,indien de benoemde
„niet in het bezit is der hoofdakte en f 600,bij het
„bezit of na het verkrijgen der hoofdakte.
„Dit minimum wordt met f 50,verhoogd zoodra de
„benoemde drie jaren in de gemeente Breda of elders
„aan eene school voor lager onderwijs werkzaam is ge-
„weest en alzoo dan gebracht op f 550,— of f 650,
„Te rekenen vanaf het tijdstip, waarop de aanspraak
„op laatstgemelde verhooging van het minimum is ver-
kregen wordt de jaarwedde der onderwijzers en onder
wijzeressen telkens voor elke drie jaren diensttijd bij
„het lager onderwijs in de gemeente Breda verhoogd
„met f 50,en wel vier maal voor degenen die niet in
„het bezit zijn der hoofdakte en zeven maal voor dege-
„nen die de hoofdakte bezitten.
„De verhoogingen in de vorige zinsnede bedoeld wor
den niet toegekend dan bij gebleken geschiktheid, ijver
„en trouwe plichtsbetrachting ter beoordeeling van bur-
