ONTWERP, 27 October 1900. Tegenwoordig de heeren H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, B. C. VAN DONGEN, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. J. A. VERSCHRAAGE, A. P. SCHELTUS, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, W. J. SLECHTRIEM, L. A. M. VAN MIERLO, L. J. STAAL, A. J. REES en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren mr. W. INGENHOUSZ en J. II. WIT- SENBORG. De voorzitter, de vergadering geopend hebbende, zegt, dat de notulen van het yerhandelde in de vergaderingen van 13 en 18 October 1900 nog niet in druk verschenen zijn en geeft mitsdien in overweging de beslissing daaromtrent aan te houden. Waartoe zonder bedenking besloten wordt. De voorzitter zegt, dat is ingekomen een schrijven van den heer IngenHousz, berichtende, dat hij wegens uitste- digheid verhinderd is deze vergadering bij te wonen. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 257