260
27 October 1900.
de perceel, voor eene som van twee en twintig
gulden
c. aan P. Lips te Breda, ongeveer 20 centiaren van
liet hiervoor genoemde perceel, voor eene som
van veertig gulden
d. aan J. Wallebroek te Breda, ongeveer 11,2 cen
tiaren van het hiervoor genoemde perceel, voor
eeine som van twee en twintig gulden veertig cent
en verder onder de volgende voorwaarden
dat de door de koopers in eigendom te aanvaarden
stukjes grond ten behoeve van de gemeente Breda
worden belast met de erfdienstbaarheid van water
leiding, door middel van een ondergrondsch riool,
genaamd het riool „de Oude Vest", en zullen de koo
pers of hunne rechtverkrijgenden alle aan dat riool
te dqene herstellingen en opgravingen moeten ger
doogen, zonder daaromtrent eenige aanspraak op
schadeloosstelling te kunnen doen gelden, ook al
moeten daartoe de eventueel op den gekochten
grond gestichte gebouwen worden weggebroken;
i dat door de koopers of hunne rechtverkrijgenden
op den gekochten grond geene achterwoningen of
bergplaatsen van lompen, beenderen of andere voor
de gezondheid schadelijke stoffen mogen worden
opgericht;
dat, wanneer de koopers of hunne rechtverkrij
genden aan de laatstbedoelde voorwaarden niet
mochten voldoen, zij, na op hunne kosten in gebreke
te zijn gesteld, voor eiken dag verzuim eene boete
verbeuren van één gulden, ten behoeve der gemeen
te;
dat de betaling der koopsom zal gescheiden bij
de onderteekening der akte ten kantore en tegen
quitantie van den gemeente-ontvanger; en
dat de kosten van zegel, leges, registratie, over
schrijving in de openbare registers en alle andere,