27 October 1900. 265 „voortspruit, welk percentage toch reeds het volgend jaar „hooger zal moeten gesteld worden. „Waar nu verhooging van percentage van invloed is op alle „posten, zullen de voorgestelde aftrekken ten gevolge hebben, „dat de aanslag van den eenen gelijk blijft, van den anderen „iets vermindert en van weer anderen hooger wordt. In laatst genoemde categorie vallen, vooral diegenen, die mets af te „trekken hebben. „Ook bij de bedrijfsbelasting gelden, wel is waar, aftrek- „ken, maar daarbij is een fixum van heffing vastgesteld, ter- „wijl het percentage van den hoofdelijken omslag zich wij- „zigt naar de hoegrootheid van het geheele belastbaar vermo- gen „De bedoeling van den geachten voorsteller, den heer Tey- „chiné, schijnt te zijn, om de te wijzigen verordening in wer- „king te doen treden den 1. Januari 1901, De vergadering „heeft gemeend, den raad niet te mogen verhelen, dat zij „vreest, da,t op dien datum de verordening niet koninklijk „zal zijn goedgekeurd. De verordening toch van 13 November „1897 werd eerst koninklijk goedgekeurd den 22. Maart 1898 „en kon eerst afgekondigd worden den 4. April daarna. Wordt „hierbij in aanmerking genomen dat reeds in de maand De- „cembér de beschrijvingsbiljetten voor het volgend jaar moer „ten gedrukt worden, ten einde onmiddellijk na Nieuwjaar „met het rondbrengen daarvan te kunnen beginnen, dan „schijnt het niet gewaagd te vermoeden, dat ongelegenheid „zal ontstaan door de te wijzigen verordening reeds voor 1901 „in werking te stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 265