26 13 Januaei 190Ö. „Wij hebben ons de moeite gegeven het aantal werk bazen en knechts in de vakken van timmeren, meubel- knaken, smeden en verven in deze gemeente, na te „gaan en bevonden dat er zijn 99 bazen en, met in begrip van timmerlieden en smeden, werkzaam in de „verschillende werkplaatsen, te zamen 505 knechts, „waaronder niet zijn begrepen de timmerlieden en „ververs, werkzaam bij eigenbouwers en aannemers, „geen werkbaas zijnde. „Aan de 505 knechts zoude derhalve door het afle veren van werk door de ambachtsschool aan arbeids- „loon worden onttrokken f 1180,of per knecht „f 1180,— f 2,335 per ja-ar. 505 „Men verlieze daarbij niet uit het oog, dat, indien de „Ambachtsschool eens niet bestond, de 101 leerlingen „van de 180, enkel uit Breda, alsdan bij de verschillen- „de werkbazen tot het aanleeren van het door hen ge- bozen vak werkzaam zouden zijn en alsdan meer werk „zouden produceeren dan thans op de ambachtsschool „het geval is, vooral omdat een goed deel der lesuren „besteed wordt aan teekenen en theoretisch vakonder- „wijs. Doch er is meerde leerlingen zouden bij de ba- Ven voor verricht werk loon verdienen, in tegenstel ling met de ambachtsschool, waar, gedurende de drie „cursusjaren, door de leerlingen geen loon wordt ont vangen. „Gaan wij nu eens na wat door die 101 leerlingen „per jaar als loon van de bazen zoude worden ontvan- >>gen- „Neemt aan, het eerste jaar per leerling en per week „25 cent, het tweede jaar 50 cent en het derde jaar 75 „cent, derhalve gemiddeld 50 cent per week, alzoo per „jaar 50 weken ad f 0,50 f 25,— en alzoo voor 101 „leerlingen 101 x f 25,f 2525,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 26