ONTWERP. 17 November 1900. Tegenwoordig de heeren TI. A. SASSEN, J. LIJL3MAN, B. C. VAN DONGEN, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYOHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, VV. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. P. SCHELTUS, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. M. J. E. BLOEMAR'TS, W. J. SLECHTRIEM, L. A. M. VAN MIERLO, L. J. STAAL, A. J. REES en E. H. A. GULJ burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren mr. W. INGENHOUSZ en J. H. WIT- SENBORG. De voorzitter opent de vergadering en zegt-, dat de notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 13, 18 en 27 October 1900,overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in af druk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daarte gen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergaderingen goedgekeurd en vastge steld. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 273