13 Januari 1900. 27 „Dit bedrag zonde alzoo door de werkbazen aan „hunne leerlingen, voor door die leerlingen geprodu ceerd werk, gedurende één jaar worden uitbetaald. „Men ziet hieruit, dat de 180 leerlingen der am bachtsschool, per jaar te zamen slechtsr voor eene „waarde van f 1180,aan werk voortbrengen, terwijl „de 101 Bredasche leerlingen, indien die bij de verschil- lende werkbazen in de leer waren, gedurende de eer- „ste drie jaren, per jaar voor eene waarde aan f 2525,- „aan werk zouden produceeren. „Het blijkt dus uit het bovenstaande, dat men „dwaalt, door te zeggen, dat, door het werken op be- „stelhng aan de Bredasche ambachtsschool „nadeel aan „de werklieden wordt toegebracht." Integendeel, „levert de ambachtsschool per jaar met 180 leerlin- „gen slechts aan arbeidsloon af f 1180,terwijl 101 „Bredasche jongens, indien zij het vak bij de werkba- „zen aanleerden, per jaar f 2525,aan arbeidsloon „zouden ontvangen. „Men kan derhalve veilig zeggen „door het bestaan „der ambachtsschool en de in die inrichting gevolgde „methode van werken, zijn de knechts, werkzaam bij „de bazen, gebaat voor een bedrag per jaar van „f 2525,f 1180,— f 1345,—." „Aan Baijens aan de Boschstraat worden alleen die „voorwerpen afgeleverd, welke door de laagste klasse „worden vervaardigd en toevallig in voorraad zijn. „Lang niet alle houten voorwerpen, welke in den win- „kel van Baijens worden verkocht, zijn van de am bachtsschool afkomstig. Een groot deel wordt uit Amsterdam en elders betrokken, evenals dit het geval „is met de verkoopers van dergelijke artikelen in deze „gemeente, welke eveneens van elders worden aange roerd. „Het is derhalve zeer twijfelachtig, of door het af leveren van dergelijk werk, wel één cent aan de werk-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 27