17 November 1900.
283
„hij of zijne rechtverkrijgenden, bij verbouwing van het te
genwoordige labcratorium, het buiten de rooilijn vallende
„driehoekig stukje kosteloos aan de gemeente afstaan.
,,Wij geven U alzoo in overweging te besluiten
„op grond van art. 13 der verordening, regelende de
„bouwpolitie in deze gemeente, eene nieuwe rooilijn
„vast te stellen voor de zuidzijde van de Cingelstraat,
„waartoe een ontwerp-besluit hierbij gaat;
,.aan P. J. Heessels, te Bredakosteloos af te staan het
„gedeelte der openbare straat vcor het perceel ge-
„meente Bredasectie B. n°. 3589, vallende achter de
„nieuwe rooilijn."
„Dc raad der gemeente Breda
„Gelet op de desbetreffende voordracht van burgemeester
„en wethouders
„Mede gelet op art. 13 van de verordening, regelende de
„bouwpolitie in de gemeente Breda, vastgesteld bij raadsbe
sluit van 2 Maart 1895, A, n°. 1
„Overwegende, dat het in het belang, zoowel van de open-
„bare volksgezondheid als van het veilig verkeer op de opcn-
„bare wegen wenschelijk is, dat een nieuwe rooilijn worde
„vastgesteld voor de zuidzijde van de Cingelstraat
„Besluit, op grond van art. 13 der bovengenoemde veror
dening, de rooilijn van de zuidzijde der Cingelstraat vast te
„stellen als volgt
,,de bestaande rooilijn van de perceelen sectie B, n°. 46,
„45 en 1210, blijft in den tegenwoordigen staat behouden;
„verder wordt de rooilijn vastgesteld volgens eene rechte lijn.
„getrokken van af den noord-oostelijken hoek van het perceel,
„sectie B, no. 1210, op den noordwcstelijkcn hoek van hot
„perceel, sectie B, no. 79."
De voorzitter vraagt, of de raad zich met deze voor
stellen kan vereenigen.
Niemand daartegen eenige bedenking te kennen
gevende, wordt besloten overeenkomstig gemeld
