266
17 November 1900.
is geweigerd, kan de belanghebbende eerst twaalf maanden
daarna het verzoek om verhooging herhalen.
Wordt het verzoek ten tweeden male geweigerd, dan kan
de aanvrage eerst na 24 maanden worden herhaald en zoo
vervolgens telkens weder na 24 maanden.
Deze termijnen van 12 en 24 maanden worden daarna bij
de berekening van het aantal dienstjaren van den werkelij-
ken diensttijd afgetrokken.
Art. 4.
De jaarwedden der onderwijzers aan de herhalingsscholen
bedragen f 100,
Art. 5.
Voor het geven van onderwijs in de vakken genoemd on
der l, m, n en p van art. 2 der wet op het lager onderwijs
wordt jaarlijks toegekend
voor één vak f 100,
twee vakken 150,
drie 200,—
vier 250,—.
Art. 6.
De jaarwedden der vak-onderwijzeressen in de nuttige en
fraaie handwerken voor meisjes bedragen per uur in de week
f 25,—.
Art. 7.
Aan kweekelingen en meisjes, behulpzaam bij het onder
wijs in de nuttige en fraaie handwerken, kan op voordracht
van het hoofd der school, onder goedkeuring van burgemees
ter en wethouders, eene toelage van hoogstens f 100,per
jaar worden verleend.