294
17 November 1900.
man, Verschraage, Rombotjts, Van Hal, Schkltus, Heij-
laerts, Van Mierlo en de voorzitter.
Tegen waren de heeren Sassen, Teychiné, Yam Dam, Bloe
marts, Slechtriem, Staal en Rees.
Alsnu komt in behandeling de voorgestelde post van
f 200,als presentiegeld bij gelegenheid der zittingen van
de stemburea,vx.
De heer Sassen is tegen den voorgestelden post er. meent,
dat de leden van den raad bereid moeten zijn een enkele
maal een offer te brengen. Met evenveel recht zouden de
raadsleden dan ook aanspraak kunnen maken op presentie
geld voor het bijwonen van commissie-vergaderingen.
De heer Bloemarts onderschrijft ten volle het laatste ar
gument van den vorigen spreker en wijst erop, hoe bij weinig
drukke stemmingen de leden van het stembureau toch altijd
nog gelegenheid vinden om eenige administratieve bezigheden
van particulieren aard te verrichten.
De heer Reigersman acht de voorgestelde uitkeering geheel
in strijd met de waardigheid van lid van den raad, evenals het
presentiegeld voor het bijwonen der zittingen van den raad,
waartegen spreker zich reeds herhaaldelijk verzet heeft.
De betrokken post, alsnu in stemming gebracht, wordt ver
worpen met 13 tegen 4 stemmen.
Tegen stemden de heeren Sassen, Lijdsman, Van Dongen,
Reigersman, Teychiné, Verschraage, Heijlaerts, Van Dam,
Bloemarts, Slechtriem, Van Mierlo, Staal er. Rees.
Vóór waren de heeren Rombouts, Van Hal, Scheltus en de
voorzitter.
