296 17 November 1900. wethouders die bezoldiging, met het oog op den te verrichten arbeid, niet te gering achten. Ondertusschen zullen zij, te gelegener tijd, een nader voorstel betrekkelijk de bezoldiging van het politiepersoneel den raad aanbieden. Zonder bedenking wordt de onderwerpelijke post goedgekeurd en wordt mitsdien op de adressen om verhooging van jaarwedde van de hoofdagenten van politie en van den schrijver bij de politie afwijzend beschikt. Volgnummer 71. Art. 8e. In eene afdeeling acht men het billijk den keurmeester van het vleesch met f 100,meer te bezoldigen, op grond van zijn uitgebreiden werkkring, zijn bijzondere geschiktheid en groote activiteit. Antwoord. De bezoldiging van den keurmeester met f 100,te ver- hoogen, achten burgemeester en wethouders, juist ook naar aanleiding van hetgeen in eene der af deelingen is opgemerkt omtrent „uitgebreiden werkkring, bijzondere geschiktheid en groote activiteit", niet meer dan billijk. De voorgestelde verhooging van den onderwerpe- lijken post met f 100,wordt hierop goedgekeurd. Hoofdstuk II. Volgnummer 83. Art. om.. In eene afdeeling vraagt men zich af, of het Weekblad van het Recht zooveel lezers vindt, dat het abonnement gewet tigd is. Antwoord. Burgemeester en wethouders blijven het wenschelijk ach-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 296