298 17 November 1900. De voorgestelde verhooging van liet betrokken ar tikel met f 150,wordt hierop goedgekeurd, ter wijl aan den post hoofdstuk III, art. 6, een bedrag van f 1700,zal worden toegevoegd tot vernieuwing van een gedeelte der bestrating van de Prinsenkade. Volgnummer 103. Art. 3c. In alle afdeelingen werd gewezen op de wenschelijkheid van verbetering of verplaatsing der fontein op de Qroote M'arid. Eenige leden willen verbetering aanbrengen en de fontein om geven met een ijzeren hek, ten einde haar tegen de baldadig heid der straatjeugd te beschermen en tevens te verhinderen, dat ze op marktdagen dienst doet als waschkom en spoelbak. In 't bijzonder werd ook gewezen op het le/d-en der fontein, zoodat het water soms tot aan de Ridderstraat doorloopt. Men wenschte1 het hekwerk geplaatst te1 zien op wat verder afstand van de fontein, als nu de breedte is van de omliggende stoep. In de omsloten ruimte zou men, rond den voet der fontein, eene kom. gemaakt willen zien, opgevuld met fijne kiezel, waarin des zomers bloempotten zouden geplaatst kunnen wor den. Deze kom zoude een afvoerbuis moeten hebben naar het hoofdriool. Door deze verbetering, waarvan de kosten op circa f 400, geraamd worden, zou aan de baldadigheid een einde gemaakt worden en het lekken der fontein geen hinder meer opleveren. Andere leden achten echter dc tegenwoordige plaats onge schikt en verplaatsing hoogst gewenscht. Met het oog op het moeilijke der keuze van een geschikte plaats, zou eeno afuee- ling dit punt gaarne tot een volgend jaar aangehouden zien. Antwoord. Met alle aandacht hebben burgemeester en wethouders ken nis genomen van de beschouwingen in alle afdeelingen over de verbeteringen de standplaats der fontein op de Groote Markt. Zij kunirn niet ontveinzen dat 't hun wel cenigszins toe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 298