17 November 1900.
301
uitgaaf zou vorderen van f 5000,a f 6000,Algeheele
voltooiing der bestrating van de Leuvenaarstraat wordt door
spreker geraamd op /'ll 000,
De voorzitter antwoordt hierop, dat burgemeester en
wethouders in geen geval de bestrating verder zouden willen
brengen dan tot de Gasthuisstraat met het oog op het geraas,
dat eene keibestrating voor de verderop gelegen scholen en
het gasthuis zou opleveren. Alleen ter wille van de zuinig
heid hebben burgemeester en wethouders gemeend de bestra
ting dit jaar te moeten uitstellen.
Do heer Lijdsman wijst erop, dat keibestrating voor de
scholen geen bezwaar kan opleveren, omdat die lokalen een
heel eind van den weg verwijderd zijn. Ook voor de zieken in
het gasthuis, meent spreker, dat die bestrating niet hinder
lijk zal zijn.
De heer Heiji.aerts zegt, dat het zeker gewenscht is, het
geraas bij die inrichtingen tot een minimum te beperken,
doch de toestand laat thans veel te wenschen over, terwijl
de ruiten van de operatiekamer van het gasthuis ook zeer
veel te lijden hebben van de vernielzucht der straatjeugd.
De heer Reigersman vraagt, of verbetering van den toe
stand niet zou kunnen verkregen worden door middel eener
houtbestrating.
Enkele leden wijzen op de kostbaarheid eener zoodanige
bestrating.
De heer Van Mierlo meent een middel aan de hand te
kunnen doen, om de keibestrating zonder belangrijke kosten
te kunnen verlengen. De thans tusschen het trottoir en de
boomen aangebrachte keien zouden kunnen worden opgebro
ken en daarmede zou de bestrating van den rijweg kunnen
worden voortgezet. Tusschen het trottoir en den rijweg kon
dan eene klinkerbestrating worden aangebracht