17 November 1900.
303
eene groot-ero uitgaaf zou vorderen, dan wanneer de weg over
de geheele breedte met keien wordt bestraat. Wel zou het
oene bezuiniging hebben gegeven, wanneer bij den aanvang
van het werk de bestrating op die wijze ware geregeld.
De voorzitter zegt, dat het thans alleen de vraag
geldt, of al dan niet een post op de begrooting zal worden
uitgetrokken, om daaruit de kosten te bestrijden van de
voortzetting der bestrating in de Leuvenaarstraat. De wijze
waarop dit werk zal worden uitgevoerd kan eerst later een
punt van overweging uitmaken, wanneer het bestek aan de
beoorde-eling van den raad wordt onderworpen.
De heer Reigersman zal stemmen voor het voorstel van
den heer Lijdsman, als motief daarvoor aanvoerende, dat hij
het vorig jaar in de vaste overtuiging verkeerde, dat de be
strating geregeld zou worden voortgezet.
Het voorstel van den heer Lijdsman om op de begrooting
eene som uit te trekken tot voortzetting van de bestrating
in de Leuvenaarstraat tot aan de Gasthuisstraat, wordt als-
nu in stemming gebracht, doch verworpen met 9 tegen 8
stemmen.
Tegen stemden de heeren Teychiné, Verschraage, Rom-
bouts, Van Hal, Scheltus, Yan Dam, Bloemarts, Rees en
de voorzitter.
Vóór waren de heeren Sassen, Lijdsman, Van Dongen,
Reigersman, Heijlaerts, Slechtriem, Van Mieelo en Staal.
Zonder bedenking wordt alsnu goedgekeurd het
voorstel van burgemeester en wethouders om aan
art. 6 toe te voegen een bedrag van f 300,voor een
urinoir in de Scholsmolenstraat in de nabijheid van
het klooster der Paters-Capucijnen.