17 November 1900. 309 door burgemeester en wethouders is voorgedragen tot een bedrag van f 4536,en b. de begrooting, dienst 1901, van het burgerlijk armbe stuur dezer gemeente, welke mede in de afdeelingen is onderzocht. Zonder bedenking worden beide begrootingen goedgekeurd. Ten aanzien van de begrooting sub b wordt evenwel de heer Van Hal, voorzitter van gemeld armbestuur, geacht niet tot het besluit te hebben medegewerkt. De behandeling der gemeente-begrooting wordt alsnu voort gezet, te beginnen met INKOMSTEN. Hoofdstuk II. Volgnunmiiers 10 en volgende. Art. 1. In een der afdeelingen wordt de vraag gedaanHoe wordt de ontvangst dezer geld'en gecontroleerd? Een algemeen controleur wordt wenschelijk geacht. Antwoord. De ontvangst der gelden, bedoeld bij n°. 10 en volg. wordt gecontroleerd door den gemeente-ontvanger. Art. 6 van diens instructie, vastgesteld door den gemeente raad den 27 Februari 1892, luidt als volgt: „Hij houdt toezicht op de plaatselijke ambtenaren, speciaal „met de ontvangst van penningen ten behoeve der gemeente „belast. „Hij neemt ten minste eenmaal in de maand, op de kanto- „ren, de kas en de boeken der bedoelde ambtenaren op, ten „blijke waarvan die boeken door hem voor gezien worden ge weekend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 309