13 Januaei 1900.
„Het blijkt hieruit, hoe weinig vertrouwen de zooge
naamde praatjes verdienen, die hier en elders worden
„verkondigd.
„Van het werken beneden de markt aan de am-
„bachtsschool is geen sprake en behoeft nimmer sprake
„te zijn. De ambachtsschool is geen industrieele onder
neming en behoeft slechts zooveel bestellingen van
„werkstukken, als ter vervaardiging voor het aanleeren
„der te onderwijzen vakken noodzakelijk zijn. Gelukkig
„komen er tot heden daartoe voldoende bestellingen en
„wij hopen in het belang der leerlingen, dat dit zoo zal
„blijven.
„Ten bewijze, dat op de ambachtsschool niet bene-
„den de markt voorwerpen worden vervaardigd, is in
„ons bezit een brief, d.d. 22 Juni 1888, van een smids-
„baas, waarin hij schrijft naar aanleiding van een op
„zijn verzoek door den directeur gedane prijsopgave
„van smidswerk
„Aangezien het aangenomen werk is, zoo kan ik er
„niet toe besluiten, dat werk voor dien prijs te laten
„maken, daar het wel niet te duur is, maar voor aan
genomen werk is het allicht te duur."
„Aan de werkbazen, door wiens tusschenkomst eene
„bestelling aan de ambachtsschool wordt gedaan, wordt
„10% van den kostenden prijs van het voorwerp uitge
keerd. Dat een smidsbaas of wie dan ook, zoude gewei-
„gerd hebben dit bedrag aan te nemen, is ons niet be
kend en zoude het wellicht aanbeveling verdienen,
„den naam van dien baas te kennen, ten einde uit de
„kwitantie te constateeren, of de bewering op waarheid
„berust.
„Er bestaat een leerplan aan de ambachtsschool,
„dat zooveel mogelijk gevolgd wordt en krijgt ieder
„leerling, naar gelang zijner krachten en bekwaamheid,
„daarvan zijn deel. Wordt er aanvraag gedaan om iets
