310 17 November 1900. Meergenoemde ambtenaren zijn hem behulpzaam en ge- ,,ven hem de berichten en inlichtingen, die hij behoeft. Zoodra redenen tot kla.cht tegen de ambtenaren der belas tingen te zijner kennis komen, doet hij hiervan mededeeling „aan burgemeester en wethouders." De door voorbedoelde ambtenaren ontvangen gelden wor den regelmatig aan den gemeente-ontvanger afgedragen. Enkel voor de vischmarkt bestaat een speciale controleur. Al moge een algemeen controleur op zich zelf b:schouwd niet ongewenscht geacht worden, met het oog op de steeds aangroeiende uitgaven meenen burgemeester en wethouders vooreerst het scheppen eener nieuwe betrekking niet te mo gen aanbevelen. De betrokken post wordt hierop goedgekeurd. Hoofdstuk IIIVolgnummer 2J+. Art. 3h. In eene afdeeling wordt opgemerkt, dat de post moet ver vallen, daar de huur van „het Hooghuis" is opgezegd, terwijl men in eene andere afdeeling de vraag stelt, of van dat ge bouw niet een politie-post gemaakt kan worden, die in die buurt van veel nut kan zijn. Antwoord. De huur van „het Hooghuis" werd eerst opgezegd bij brief van 4 October 1900, alzoo lang nadat de begrooting den raad was aangeboden. Overigens is de opmerking, dat die huur, ten bedrage van f 5,aan de begrooting moet ontnomen worden, zeer juist. Wat de vraag betreft, of van dat gebouw niet een politiepost gemaakt kan wordendaarop moeten burgemeester en wethouders, gehoord den burgemeester, ont kennend antwoorden. De ligging n.l. van „het Hooghuis" is niet geschikt voor een politiepost. Wellicht is de tijd niet ver- re meer, dat een of meer politieposten, op verren afstand vqn het hoofdbureel, moeten gevestigd worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 310