312
17 November 1900.
Dit niet het geval zijnde, verzoekt de v o o r z i 11 e r, al
vorens de behandelde begrooting der gemeente in stemming
te brengen, dat burgemeester en wethouders mogen gemach
tigd worden die wijzigingen in de begrooting te brengen,
welke voortspruiten uit de genomen besluiten.
Die machtiging zonder bedenking verkregen heb
bende, brengt de voorzitter vervolgens de ge-
heele begrooting met de daarin gebrachte wijzigin
gen in stemming, waarvan de uitslag is, dat zij met
alge,me,ene. stemmen wordt aangenomen.
14. Voorstel van den heer J. J. L. Teychiné tot wijziging
van de artikelen 3 en 4 der verordening op de heffing van
een hoofdelijken omslag in deze gemeente, met prae-advies
van burgemeester en wethouders. Bedoeld voorstel met prae-
advies zijn in extenso opgenomen in de raadsnotulen respec
tievelijk van 13 en 27 October 1.1.
De voorzitter stelt deze zaak aan de orde.
De heer Teychiné zegt, dat, zooals ook aan het dagelijksch
bestuur zal gebleken zijn, het door hem ingediende voorstel
eene tweeledige strekking heeft. Waar dit beoogt, jm door
verschillende aftrekken eene meer billijke verhouding te doen
ontstaan tusschen de belastingschuldigen onderling, kan hij
zich wel vereenigen met de door burgemeester en wethouders
voorgestelde wijziging van art. 3 sub c, om den aftrek van
uitkeeringen aan bloedverwanten niet enkel te beper
ken tot die bloedverwanten of aangehuwden, die hun
hoofdverblijf binnen de gemeente hebben, maar om
die zelfde rechten ook toe te staan aan de belastingschuldi
gen voor het doen van uitkeeringen aan elders wonende
bloed- of aanverwanten in de rechte lijn. Daarentegen druk,,
spreker zijn leedwezen uit, dat burgemeester en wethouders
een dergelijk ingrijpenden maatregel hebben voorgesteld, om
den aftrek voor belastingen enkel te beperken tot grond-,
dijk- en poldcrlasten, Daardoor worden alleen de grondeige-