ONTWERP. 15 December 1900. Tegenwoordig de heeren H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, B. C. YAN DONGEN, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINË, A. J. A. YERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, A. P. SCHELTUS, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. M. P. M. VAN DAM, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, W. J. SLECHTRIEM, L. A. M. VAN MIERLO, L. J. STAAL, A. J. REES en E. H. A. GULJ burgemeester, voorzitter. Afwezig de heer J. H. WITSENBORG. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 17 No vember 1900, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voor lezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Do voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een tele gram van den heer S. J. P. Kruger, Staatspresident der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 317