13 Januari 190Ó. 31 „te maken wat boven de krachten der leerlingen of bui- ,,ten het leerplan gaat, dan wordt dit eenvoudig be- „leefd geweigerd, zooals dit heeft plaats gehad met het „smidswerk onder H genoemd. ,,Uit het bovenstaande onder K volgt, dat geen „werkstukken worden aangenomen die boven de krach ten der leerlingen gaan. Dat de onderwijzer helpt en „als men wil met de leerlingen meewerkt, is zoo natuur lijk mogelijk. Hoe zoude het mogelijk zijn een jonge- „ling een handwerk te leeren, indien, om met het be- „gin te beginnen, hem de handgrepen van het gereed schap niet werden voorgedaan en zoo gaat het steeds „den geheelen cursus door. Daarom ook zijn de onder wijzers uit de practisch gevormde ambachtsheden ge- „kozen. Dat er geholpen moet worden, is bij iederen „tak van onderwijs het geval. „Hoe zoude een soldaat hét hanteeren van zijn wa- „pen leeren, indien hem dit door den instructeur niet „herhaalde malen (soms tot vervelens toe) werd voor gedaan? „Dat de leerlingen, bij afwezigheid van een der on derwijzers, buiten toezicht zouden zijn, berust eenvou dig op onbekendheid met de dienaangaande gevolgde „regeling in de school. „Bij afwezigheid, ziekte of ontstentenis van een on derwijzer, wordt de klasse, óf bij een anderen onder wijzer ingedeeld, óf wel de directeur of zijn plaatsver- „vanger treedt alsdan als onderwijzer op. „Het stellen van trappen door de leerlingen met me dewerking van den onderwijzer is noodzakelijk, hoe- Wel het in den regel slechts een enkele maal per jaar „voorkomt. „Immers, het is niet voldoende dat een trap door „een timmerman gemaakt wordt, hij moet die ook kun- „nen stellen. „Bovendien, een trap en vooral de leuning daarvan,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 31