322 15 December 1900. „baad met de vermeerdering van het getal leden van den ,raad, ten gevolge van de uitkomsten der jongste tienjarige „volkstelling, a.an dat college een voorstel te' doen omtrent „eene nieuwe regeling tot verdeeling der gemeente in kies districten en het getal der in elk district, zoo in het geheel „als bij elke periodieke aftreding te kiezen leden. „Bedoelde regeling kwam voor de eerste maal tot stand „bij besluit van gedeputeerde staten van 10 Juni 1897, G, „n°. 81, waarbij de grenzen va-n ieder district werden aan gewezen en tevens werd bepaald, dat. in het eerste district „zouden worden gekozen 7, in het tweede 6 en in het derde „eveneens 6 leden. „Artikel 5 der gemeentewet vordert-, dat in de kiesdis tricten, zooveel mogelijk, een gelijk getal leden gekozen „wordt en dit getal in behoorlijke evenredigheid staat tot „de bevolking van ieder district. „Volgens de thans van kracht zijnde kiezerslijst bedraagt „het aantal kiezers voor leden van den gemeenteraad in het „eerste district 845, in het tweede 936 en in het derde 929, „terwijl de bevolking van elk district nagenoeg even tal- „rijk is. „Het komt ons derhalve niet wenschelijk voor eene grens- „verandering van de verschillende1 districten aan gedenuteer- .,de staten voor te dragen, doch aan dat college; alleen in „overweging te geven te benalen. dat voor elk district 7 le- „den van den raad zullen zitting hebben, -De aftredingen zijn thans geregeld als volgt: „Ook deze behooren onnieuw door gedenuteerde staten te .wc-rlen vastgesteld weshalve wij n in overweging geven aan ..dat college voor te stellen, die aftredingen te regelen als 1901. 1903. 1905. „eerste district „tweede district. „derde district 2 3 2 leden. 2 2 2 id. 2 2 - 2 id. „volgt"

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 322