324 15' December 1900. „eene pefroZeimbergplaats gesticht heeft, maar eerstens moet „elke zaak- op zich-zelve beschouwd worden, en tweedens „heeft juist deze laatste stichting geleerd, dat de gemeente „niet op dien weg moet voortgaan. „ïmihers van de petroleumbergplaats wordt geen gebruik „gemaakt in evenredigheid van de stichtingskosten een „gevolg van veranderd'© toestanden, waaraan de gemeente „zich niet ten tweeden male mag blootstellen. In beginsel ,;dan ook' staat het vast, dat de handelaars zeiven moeten „voorzien in hetgeen ze. voor hun bedrijf noodig hebben en „het risico daarvan moeten dragen. „O. i. is het stichten door de gemeente van dei verlangde „gebouwen in geen enkel opzicht gewenscht, noch voor haar, „noch voor de belanghebbenden. „Immers iedere belanghebbende zal zijn eigen inzicht heb- „ben omtrent de inrichting der plaats voor het bewaren en „bewerken van lompen en beenderen. De eene zal ze; willen „verwerken, waardoor hij meer ruimte noodig heeft. Een an- „der za.l ze enkel willen verzamelenom ze; zoo» spoedig moge lijk van de hand te doen. Weer anderen zullen de lompen „en beenderen langer willen bewaren naar gelang de markt prijzen daarvan rijzende of dalende zijn, en eindelijk zal „iedere belanghebbende» eene afgesloten ruimte behoeven, „zoowel voor de lompen als voor de beenderen, waaruit zijne „goederen'niet ontvreemd 'kunnen worden. Het lijdt dan ook „geen twijfel, of uit het stichten door de gemeente van ge touwen zullen zoo talloozë' ona,angena,amheden voortsprui ten, dat daarvan het einde niet te voorzien is. „Bovendien zal het oprichten van gehouwen door de be- ;,,langhebbenden zeiven het meest voordeelig voor hen zijn. „Zij kunnen, bouwen naar-ieders behoe»fte, groot of klein, en „zoo weinig kostbaar als ze verlangen. De» gemeente daaren tegen moét'rekening houden-met de eischen va,n ieder in ,,'t bijzonder en heeft daardoor grootere kosten te maken. „En het is in verhouding tot die kosten, te weten r rente en „aflossing va,n het kapitaal, alsmede van de kosten van on- „derhoud der gebouwen, dat de huursom zoude moeten ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 324