33Ö
15 December 1900.
adres van het bestuur der afdeeling „Breda" van de Neder-
landsche vereeniging tot bescherming van- dieren, betrekker
lijk het afstaan van door de politie opgevangen honden, uit
gebracht het volgend verslag
„Bij missive van 27 September 1.1. werd aan onze commis-
„sie verzocht u te dienen van advies omtrent wijziging der
„algemeene politieverordening dezer gemeente in verband
„met het adres door de Nederlandsche vereeniging tot be
scherming van dieren, afdeeling Breda,
„Ons vereenigende met het ten deze door den heer com
missaris van politie uitgebrachte rapport, hebben wij dè
„eer u in overweging te geven aan den raad voor te stellen
„afwijzend te beschikken op het gedaan verzoek."
De voorzitter stelt voor de beslissing omtrent deze
zaak aan te houden tot eene volgende vergadering en de
daarop betrekking hebbende stukken inmiddels voor de le
den ter visie te leggen in de leeskamer.
Dienovereenkomstig wordt beslóten.
2. Door den voorzitter worden alsnog ter tafel ge
bracht de geloofsbrieven met de daarbij behoorende stukken
van den heer J. W. J. Vissers, die bij de herstemming op 6
November 1900 is gekozen tot lid van den raad dezer ge
meente voor het kiesdistrict III.
Op voorstel van den voorzitter wordt besloten eene
commissie van drie leden te benoemen tot het onderzoek
dier geloofsbrieven en, het do-en va-n verslag, waartoe-, op het
verlangen van den raad, dat deze commissieleden door den
voorzitter zullen worden aangewezen, door hem als zoodanig
worden benoemd de tieeren Bloemarts, Slechtriem en Van
Dam.
Deze commissie-, zich tot dat einde verwijderd hebbende,,
wordt de vergadering vo-o-r eenige oo-genblikken geschorst.
