ONTWERP.
29 December 1900.
Tegenwoordig de heeren H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN,
B. C. VAN DONGEN, jhr. mr. A REIGERSMAN, J. J.
L. TEYCHINÉ, W. G, H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN
HAL, A. P. SCHELTUS, F. J, M. HEIJLAERTS, J. W.
J. VISSERS, W. J. SLECHTRIEM, L. A. M. VAN MIER-
LO, L. J. STAAL, A. J. REES, mr. P. M. J. E. BLOE-
MARTS, A. J. A. VERSCHRAAGE en E. H. A. GULJÉ.
burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren mr. M. P. M. VAN DAM en mr. W.
INGENHOUSZ.
De voorzitter, de vergadering geopend hebbende,
zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering
van 15 December 1900 nog niet in druk verschenen zijn en
geeft mitsdien in overweging de beslissing daaromtrent aan
te houden.
Waartoe besloten wordt.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde
Beëediging en installatie van het nieuwbenoemde raadslid
den lieer J. W. J. Vissers.
De voorzitter verzoekt den secretaris den heer Vis
sers, die beëedigd moet worden, binnen tc leiden