29 Decembee 190.0. 335 Zonder bedenking worden gemelde' kohieren vastgesteld respectievelijk ten bedrage van f 46, f 18,75 en f 68,15. 2. Circulaire van den heer commissaris der koningin in Noord-Brabantd.d. 14 December 1900, A n°. 10, daarbij, in verband met de inwerkingtreding der leerplichtwet op 1 Januari a.s., de aandacht vestigende op het voorschrift van art. 22 dier wet, betrekkelijk de benoeming van een of meer commissiën tot wering van schoolverzuim, alsmede op de regelen, die bij Koninklijk besluit van 16 November 1900 (Staatsblad n°. 200) voor den werkkring dier commissiën zijn vastgesteld, met verzoek te zijner tijd in te zenden af schriften der besluiten, die ten aanzien dezer aangelegenheid zullen worden genomen en mededeeling te doen van de be noemingen, die dienovereenkomstig zullen plaats hebben. De voorzitter stelt voor deze circulaire te stellen in handen van burgemeester en wethouders om prae-advies. De heer Rombouts zou aan dit voorstel willen toevoegen, om burgemeester en wethouders tevens uit te noodigen eene aanbeveling van benoembaren te doen en zulks met het oog op de verschillende categorieën van personen, die in de com missie tot wering van schoolverzuim zullen zitting hebben. De voorzitter zegt, dat hij zich met dit voorstel wel vereenigen kan. Niemand der leden hierover nog het woord ver langende, wordt dienovereenkomstig besloten. 3. Schrijven van het bestuur van het heemraadschap van de Mark en Dintel, d.d. 29 November 1900 n°. 1343, daarbij, in verband met de verbetering van de rivier ,,de Mark", toestemming verzoekende tot hot verleggen van het jaagpad ovenals het over die rivier gelegen houten bruggetje, onder aanbod het te verleggen gedeelte gedurende een jaar te zul

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 335