336 29 December 1900.
len onderhouden en bedoeld bruggetje door een steenen sluis
te vervangen.
y -
Bij dit schrijven is gevoegd het volgend prae-advies van
burgemeester en wethouders
„Ter zake i. m. genoemd ontvingen wij het schrijven van
„het Heemraadschapsbestuur van de Mark en Dintel, dato
„29 November 1900, n°. 1343, dat wij de eer hebben hierbij
„over te leggen.
„Na onderzoek en overweging der zaak, meenen wij u te
„mogen voorstellen, daarop het volgende te berichten
„dat er dezerzijds géén bezwaar bestaat, om, in verband
„met het afsnijden van bochten in de rivier de Mark tusschcn
Breda en Terheijdmhet trekpad langs die rivier gedeelte-
„lijk te verleggen, evenals het daarin gelegen houten brug
getje
„dat eveneens geen bezwaar bestaat, dat het houten brug-
„getje door een steenen sluis zal worden vervangen
„dat het echter de bedoeling is, zooals ook uit de overge-
legde teekening blijkt, om de uitwateringssluis met het
„bruggetje te vereenigen, doch aangezien deuitwaterings
sluis door de zorg van het betrokken polderbestuur en het
„bruggetje van wege het gemeentebestuur van Breda zal
„mooten onderhouden worden, het, ter voorkoming van la-
„terei moeiolijkbcden, wenschelijk voorkomt, dat bedoelde
„uitwateringssluis en het bruggetje zoodanig worden ontwor-
„pen en uitgevoerd, dat elk een zelfstandig geheel uitmaakt
„en, zoo noodig, het eene zonder het ander kan worden ver
nieuwd; dat bij de gehouden bespreking met den heer dijk
graaf en den waterbouwkundige is gebleken, dat het trek
„pad langs de westzijde van de nieuwe riviervakken, na de
„voltooiing, in eigendom a.an de eigenaren van de aangren-
„Zjnde p u_..lcii zal worden overgedragen, doch het ons in
„dat geval w.uschelijk voorkomt, dat, bij de overdracht, die
„pereeelen worden belast met de publiekrechtelijke erfdienst
baarheid van trek- cf jaagpad langs de rivier, ten behoeve
