29 December 1900. 337 „van de gemeente Breda, en deze, als zoodanig, als mede-con tractant optreedt.'' De voorzitter vraagt of de raad zich met d.t prae- advies kan vereenigen. Niemand daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 4. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van J. M. Mackenzie pachter van een gedeelte van het vischwater, verzoekende vermindering van pachtpennm- gen, zijnde dit praei-advies van den volgenden inhoud ,,Uwe vergadering stelde bij besluit van den 15 December ,,1900 in onze handen, ter fine van prae-advies, een adres van „J. M. Mackenzie, pachter der perceelen 5 en 6 der ge- „meente-wat-eren, daarbij in overweging gevende, de door „hem te betalen pachtsom, groot f 75,per jaar, voor de „komende vier jaren met een gedeelte, kon 't zijn met een „derde per jaar, te verminderen. „Op den 14 December 1899 werd het- vischwater voor den „tijd van vijf achtereenvolgende jaren openbaar verpacht „als ,i,het le en 2e perceel aan G. van Leent, te Terheijdenvoorf 15, „het 3e en 4e perceel aan A. Bank, te Breda, „voor38,— „het 5e en 6e perceel aan J. Mackenzie, te Breda, voor75, „en hét 7e, 8e en 9e perceel aan A. Bank, te „Breda, voor115,— „Samen f 243, „Klachten, als waarvan adressant gewaagt, zijn van niet „een der overige pachters vei nomen. Adressant was meer- „malen pachter van een of meer perceelen van het vischwa ter, doch klagen, als hij thans doet over de suikerfabriek,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 337