13 Januari 1900. 33 „ongeveer 180 leerlingen gemaakte voorwerpen niet steeds in „magazijn opgeborgen kunnen worden, ten einde die, betzij „geheel, hetzij gedeeltelijk aan bederf prijs te geven, zoodat „van zelve volgt, dat daaraan eene bestemming moet worden „gegeven. „Nu bestaan er verschillende wegen om het beoogde doel „te bereiken, en wel „lo. zooveel mogelijk, in verband met het leerplan, op be- „stelling werken, „2°. voorwerpen te vervaardigen en die te verloten, „3». voorwerpen vervaardigen en die publiek te verkoopen. „Het zal wel geen uitvoerig betoog behoeven, dat de eerste „weg om verschillende redenen de meest gewenschte is, bet- „geen wij U zullen trachten aan te toonen. „Met het bewandelen van den eersten weg krijgen de leer lingen verscheidenheid van werkstukken onder handen, het- „geen uit een paedagogisch oogpunt zeer zeker gewenscht is „en de werklust zoowel van leerlingen als van onderwijzers „gaande houdt, welke methode dan ook op verschillende am bachtsscholen over het algemeen gevolgd wordt. „Volgt men de sub 2« of 3° genoemde wegen dan moet men „courante voorwerpen laten vervaardigen. De keuze wordt „dan zeer beperkt. Voor de meubelmakers zoude dit nog „eenigszins uitvoerbaar zijn, alsmede ook voor de timmerlie den van het eerste jaar, welke dan droogrekjes, mangel en „vuilnisbakken en andere huishoudelijke artikelen konden „maken. Geen deskundige zal dit evenwel voor de vorming der „leerlingen gewenscht achten. De meer gevorderde leerlingen „hebben zeer zeker andere werkstukken ter vervaardiging „noodig en nu zal men toch niet eene partij deuren, lichtra- „men, trappen, ankers, ijzeren deurpaneelen enz. in voorraad „laten maken, omdat vorm en afmeting van die voorwerpen, „voor elk bijzonder geval verschillen. „Bovendien, stel dat men daartoe, volgens onze overtuiging „tot schade der vorming van de leerlingen, overging, wat zou- „de daarvan het gevolg zijn? Dat de voorwerpen alsdan verre

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 33