52 3 Februari 1900. „tot het verkrijgen der concessie over den rijksweg en wellicht „over andere wegen vertraging heeft ondervonden en ook het „overlijden van den concessionaris zijn invloed zal hebben „doen gelden. „In het algemeen kan het niet gewenscht worden geacht, „dat geruime tijd verloopt tusschen het verleenen der conces sie en het aanvaarden daarvan. Immers daardoor worden wel- .licht ernstige aanvragen teruggehouden. In het onderhavige „geval evenwel, waarbij de verlenging slechts tot 27 Juli 1900, „in verband met de rijksconcessie, wordt gevraagd, bestaat „er bij ons geen overwegend bezwaar, die te verleenen. „Adressant schijnt, volgens zijn adres, electrische tractie „ter vervanging van gastractie op het oog te hebben zonder „evenwel een bepaald stelsel, hetzij bovengronds, ondergronds „of accumulatoren, te noemen. Wellicht is bedoeld het zooge naamde Trolley-systeem, alzoo bovengronds. „In beginsel schijnt ons daartegen geen overwegend be swaar te bestaan, doch er zullen wellicht, onder meer, voor borgen moeten worden genomen in verband met het recht hoekig snijden der telegraafdraden van den staatsspoorweg. „Nieuwe voorwaarden behoeven daartoe niet te worden „voorgeschreven, omdat daaromtrent bij do 4e alinea van art. „14 dier vergunning reeds is voorzien. „Wij geven U daarom in overweging, adressanten, als ant- woord op de bovengenoemde adressen te berichten 1°. „aan mevrouw de wed. J. Hoffman geboren Van „G-raaf-eiland, dat haar zoon, de 2e luitenant der „artillerie S. H. F. Hoffman te Helder, als rechtheb bende, in zake de concessie voor den aanleg en de ex ploitatie van een gastramweg van het Stationsplein „af, door de gemeente Breda, in de richting naar Ter- „heijden, wordt erkend 2°. „aan S. H. F. Hoffman, 2e luitenant der artillerie te „Helder, dat de concessie tot den aanleg en de exploi tatie van een gastramweg van het Stationsplein van „den staatsspoorweg af, door de gemeente Breda, in de „richting naar Terheijden, verleend bij raadsbesluit van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1900 | | pagina 52